Nieuws

Koningsspelen!

Geplaatst: 6 april, 2020

Voor de koningsspelen zorgen we voor een alternatief programma. Kinderen krijgen suggesties voor spelletjes die je alleen of met zijn tweeën kunt doen in je tuin met spullen die in huis te vinden zijn.
Daarnaast krijgen alle kinderen de opdracht om op te schrijven (of te tekenen voor kinderen uit groep 1 t/m 3) wat zij zouden doen als ze een dag koning zijn. Het zou leuk zijn als de kinderen een foto bijvoegen waarop ze verkleed zijn als koning. Tenslotte willen we voor de koningsspelen gezamenlijk een filmpje maken. Hierover krijgt u in de loop van volgende week een voorbeeld toegestuurd met de precieze opdracht.

Alternatieve spelletjes:

Flessengooien : Neem allebei een fles gevuld met water, en zet die voor je neer , op behoorlijke afstand van elkaar (hoever moet je even uitzoeken wat het leukste is. Je probeert met de bal de fles van de tegenstander om te gooien. Tegenstander moet achter de fles blijven. Is de fles omgegooid dan moet eerst de bal opgehaald worden en dan mag de eigenaar zijn/haar fles pas rechtzetten Wie het eerste al het water kwijt is heeft verloren.                                       

Blikgooien: (ook wel blikwerpen genoemd) is een spel wat vaak wordt gespeeld op de kermis. Ook is het een populair spel tijdens de festiviteiten op Koningsdag en voorheen Koninginnedag. Maar blikgooien is zeker ook een erg leuk spelletje voor een kinderfeestje.
Spelbeschrijving
Het doel van het spel is om in drie pogingen zoveel mogelijk opgestapelde blikken om te gooien. Opeen tafel of een muurtje worden 10 blikken opgestapeld in de vorm van een schuine toren (of
driehoek):
•Op de onderste rij staan 4 blikken naast elkaar;
•Daarbovenop worden 3 blikken gestapeld;
•De volgende laag bestaat uit 2 blikken;
•En helemaal bovenop komt het laatste blik.
Op een bepaalde afstand van de blikken (bijvoorbeeld 2 of 3 meter) wordt een lijn gemarkeerd.
Vanachter deze lijn moet straks gegooid worden. Leg hier 3 zachte ballen of pittenzakjes klaar.
Speluitleg
1.De kinderen mogen om de beurt met de ballen of pittenzakjes proberen de blikken omver te
werpen
2.Ze moeten daarbij de aangegeven afstand aanhouden, door achter de gemarkeerde lijn te blijven.
3.Elk kind krijgt 3 ballen of pittenzakjes en heeft dus 3 pogingen om te gooien.
4.Voor elk blik wat omver wordt geworpen, krijgt de werper een punt.
5.Als alle blikken worden omgegooid, kun je eventueel een bonus toekennen.
6.Het kind dat na alle speelronden de meeste blikken heeft omgegooid en dus de meeste punten
heeft verzameld, is de winnaar.

Stoeprand:  Dan moet je tegenover elkaar staan bij een stoep en dan moet je proberen om de bal tegen de stoeprand te gooien en als ie terug kaatst dan heb je een punt.

Zevensprong:
Voer de opdrachten op volgorde uit.
‘Muur’ betekent ‘gooi tegen de muur’ en ‘grond’ betekent ‘stuiter op de grond’. Wanneer een
opdracht in één keer lukt, is deze klaar en ga je door met de volgende opdracht.
7x muur – vang 6x muur – grond – vang 5x grond – muur -vang
4x onder been door tegen muur – vang 3x muur – klap – vang
2x muur – rondje draaien – vang 1x muur – klap (voor-achter-voor) – vang
Gelukt? Probeer alle eens met één hand, …je andere hand, …op één been, …op je andere been, …
Speel je samen? Wie is het eerste klaar?

Landje pik:
Teken met krijt 15 vlakken op de straat. Eén vlak heeft maximaal de grootte van een stoeptegel. Elk vlak stelt een land voor. Schrijf in ieder land een nummer van 1 tot 6, sommige nummers worden dus dubbel gebruikt. Het eerste kind gooit met de dobbelsteen. Hij gooit (bijvoorbeeld) een drie. Hij mag alle landen met een drie inkleuren. Als hij er eentje vergeet, dan moet hij eerst weer een drie gooien voordat hij ook dit land mag inkleuren. Iedereen gooit om beurten met de dobbelsteen. Als alle vlakken zijn ingekleurd is het spel afgelopen. Degene met de meeste vlakken heeft gewonnen.

Hinkelen:
Vanaf zo’n jaar of vier is een kind in staat te hinkelen. Een hinkelbaan is dan vreselijk leuk. Teken op de straat vakjes van 1 t/m 10. Je moet eerst een steentje in vakje 1 gooien. Dan moet je de
hinkelbaan gaan afleggen, maar je mag niet op vakje één gaan staan. Daar moet je overheen
springen. Vervolgens krijg je vakje twee, etc… Als het steentje niet in het juiste vakje wordt gegooid, ben je af. Ook als je tijdens het hinkelen buiten het vakje komt, ben je ook af.

Knikkeren voor binnen en buiten:
Knikkeren is een binnen spel, maar ook een buitenspel. Veel kinderen zijn dol op knikkeren en doen
hier graag aan mee. Knikkeren werkt als volgt:iedere speler heeft bijvoorbeeld twee knikkers. Deze
twee knikkers kunnen gewonnen worden door de andere spelen. Als je binnen gaat knikkeren kun je aangeven waar een potje neerzetten waar de knikkers in moeten (een zogenoemd knikkerkuiltje).
Buiten kun je een gaatje graven in de grond waar de knikkers in moeten komen. Om de beurt gooi je een knikker op, dit doe je zo dicht mogelijk bij het gaatje waar deze in moet. Wie dan het dichtste bij ligt mag nog een keer. Het is de bedoeling dat de knikkers in het gaatje komen,heb je er een knikker in, dan mag je de andere knikker ook proberen in het gaatje te krijgen, lukt dat niet? Dan is de andere speler aan de beurt. Diegene die de laatste knikker in het kuiltje doet heeft gewonnen. Voor het kinderspel knikkeren zijn verschillende varianten mogelijk: Kies zelf het aantal knikkers (je kunt met een spelen maar ook met drie) Je kunt in plaats van een kuiltje ook de muur gebruiken, wie het dichtst bij de muur ligt mag dan beginnen en de knikkers moeten dan tegen de muur liggen als je ze wilt winnen.


Deel dit bericht: